Hoe en wanneer moet ik mijn gitaarsnaren vervangen?

Wanneer moet ik snaren op mijn western gitaar vervangen?

Hierover lopen de meningen sterk uiteen. Van: na ieder optreden. Tot: als ze breken.

Het verschilt inderdaad van gitaarspeler tot gitaarspeler hoe vaak je snaren het beste kunt vervangen, maar ze laten zitten totdat ze breken raden we niet aan. Het is een beetje zoals met koffie: een versgemalen warm bakje troost is lekkerder dan koude koffie die al eventjes heeft gestaan. Verse, een paar uur goed ingespeelde snaren klinken gewoon het best. Daarom verlaten alle gitaren die we verkopen onze winkel pas na een setup mét een nieuw setje snaren naar keuze. Wanneer die aan vervanging toe zijn, verschilt sterk. Heb je één gitaar en speel je daar iedere dag een paar uur op, dan kan dat al na een week gebeuren. Heb je meerdere gitaren, zodat je per gitaar minder uren op de snaren maakt, dan gaan ze langer mee.

Sta je een keer op een podium en zweet je veel tijdens een optreden, dan is daarna het mooiste wel van de snaren af.  Het maakt ook uit welke snaren je gebruikt: gecoate snaren gaan langer mee, maar daarover later meer.

Maar wanneer moet je ze dan vervangen? Ons advies: als snaren wat doffer gaan klinken, en vooral wat lastiger stemmen en minder toonvast worden, kan je ze beter vervangen, zodat je weer de beste sound uit je gitaar haalt.

Wat zijn de beste snaren?

Elixir!

Nee: D’Addario!

Neehee: Martin!!!

Stel deze vraag aan 10 gitaristen en je krijgt 10 verschillende antwoorden én ze hebben allemaal gelijk. Waarom? Omdat iedere speler uniek is, net als iedere gitaar. En met snaren kan je een geheel eigen draai geven aan de klank én de bespeelbaarheid van een gitaar. Daarom voeren we bij TFOA een breed assortiment aan snaren. De vraag is dus niet: wat zijn de beste snaren? De vraag is: welke snaren passen het beste bij jou en je gitaar? Wij zien dat veel gitaristen nogal ‘honkvast’ zijn als het om snaren gaat en steeds dezelfde kiezen. Klinkt logisch, maar ons advies is toch: probeer eens wat anders. De kosten vallen mee, het vraagt wel wat van je tijd, maar daarna kunnen nieuwe snaren je écht het gevoel geven dat je gitaar een metamorfose heeft gehad 

Wil je bijvoorbeeld een heldere, uitgesproken meer moderne klank met wat meer hoog? Probeer eens een setje Elixer. Zoek je iets donkerder, meer aards geluid met meer nadruk op het hout? Een setje Retro van Martin zou je kunnen verrassen. Zoek je balans? Santa Cruz snaren zijn niet de goedkoopste, maar hebben door die uitgebalanceerde toon veel trouwe fans. Wil je betere bespeelbaarheid? Probeer eens een setje ‘Flexible Core’ van Martin. Kortom: je kunt met snaren alle kanten op en we raden je aan gewoon eens wat anders te proberen.

Kan ik beter Phosphor/Bronze, 80/20 of gecoate snaren kopen?

Dat hangt écht af van je smaak, omdat het gebruikte materiaal de klank bepaalt. We zetten de belangrijkste hieronder op een rij. Om je op wat andere ideeën te brengen, beginnen we bewust niet met de meest verkochte en wel met:

Silk and steel

De ‘Mellow-Fellow’ onder de gitaarsnaren. Je levert wat volume in, maar daar krijg je een heel fraai ‘folky’ geluid voor terug. En speelgemak, want silk and steel snaren zijn soepeler en dunner.

Nickel/Copper

Martin noemt deze mix van metalen ‘monel’ en verwerkt deze in de Retro snaren. Hoor je liever wat meer ‘hout’ en minder ‘snaar’? Probeer dit eens een keer.

Exclusief

Naast bovengenoemde zijn heel veel andere varianten, zoals snaren met Chroom: heel ‘smooth’! Wil je de allerduurste snaren die er zijn, dan koop je Titanium. Prijzig, maar die hoef je niet in eerst in te spelen en ze blijven lang mooi klinken. Handig in de studio.

80/20 bronze

Die 80/20 verwijst naar de samenstelling: 80 procent koper en 20 procent zink. Eigenlijk is dat messing (brass), maar toch noemt iedereen het ‘bronze’. Deze snaren klinken helder en duidelijk, zijn betaalbaar en razend populair, ze gaan alleen niet heel lang mee.

Phosphor Bronze

Klinken warmer dan 80/20 snaren, door de iets andere samenstelling: 92 procent koper en 8 procent tin en een snufje fosfor zodat ze minder snel roesten. Die van Gibson kosten bijvoorbeeld nog geen 6 euro en zijn zeker het proberen waard.

Coated 

Om ervoor te zorgen dat snaren ‘tot wel vier keer langer meegaan’, krijgen ze een dun laagje plastic: een coating. Dat heeft veel bijkomende voordelen: ze ‘piepen’ minder als je over de snaren schuift en ze zijn iets zachter voor de vingertoppen. Veel gitaristen vinden dat prettig, maar coated strings hebben ‘lovers’ and ‘haters’. De laatste groep vindt ze soms iets te ‘rubberig’ aanvoelen en de klank soms wat dof. Daar voegen ze fijntjes aan toe dat de claim dat ze ‘vier keer langer meegaan’ zoiets is als een auto die in de showroom één op 25 rijdt, maar op de snelweg nooit verder komt dan 1 op 17. Ze gaan langer mee, maar zóveel langer...dat hangt van veel factoren af.

Het is vooral een kwestie van toon en gevoel als het om gecoate snaren gaat. Daarom zitten de snarenmakers niet stil en worden ze steeds beter. Misschien heb je in het verleden een keer gecoate snaren geprobeerd en bevielen ze niet: schrijf ze niet allemaal af. Ze worden écht steeds beter. Elixer, begon bijvoorbeeld met de dikkere polyweb coating, maar maakt inmiddels snaren met de veel dunnere nanoweb. Die vallen bij veel mensen beter in de smaak. Andere fabrikanten, zoals D’Addario gaan nog verder en maakt net als Martin inmiddels gecoate snaren waarbij ze erin slagen ze een nog ‘natuurlijker’ gevoel te geven.

Welke dikte of zwaarte snaren moet ik kiezen?

 Om de dikte aan te geven hebben snaren en naam: van extra light naar heavy en/of een getal. Dat getal verwijst naar ‘duizendste van een inch’ Hieronder een overzicht van de meest voorkomende diktes.

Extra Light – .010 .014 .023 .030 .039 .047 – ook wel ‘nultien’, ‘tien’ of ‘ten’

Custom Light – .011 .015 .023 .032 .042 .052 – ‘nulelf’, ‘elf’, of ‘eleven’

Light – .012 .016 .025 .032 .042 .054 - et cetera

Medium – .013 .017 .026 .035 .045 .056

Heavy – .014 .018 .027 .039 .049 .059

Nu denk je misschien: hoeveel kan één duizendste van een inch uitmaken? Het antwoord: veel! Het verschil tussen .011 en 0.12 voel je direct. Welke dikte het beste bij je gitaar past hangt ten eerste af van het gitaarmodel. De algemene regel is: hoe kleiner de gitaar, des te dunner te snaren. Dus op een kleine parlor past een setje nultien op een dreadnought of Jumbo kan je nuldertien of nulveertien zetten.

Meestal geeft de gitaarbouwer een advies welke snaardikte het beste past bij een gitaar. Twijfel je? Dan kunnen we altijd helpen, stuur gerust een mailtje. 

Er is in principe niks mis mee om daar een beetje van af te wijken en wat te proberen. Wij juichen dat van harte toe, want dikte heeft ook impact op bespeelbaarheid en speelstijl. Ben je een strummer? Kies dan eens wat dikkere snaren. Fingerstyle? Dunnere snaren kunnen helpen? Na een uur spelen last van je handen? Probeer ook eens dunnere snaren. 

Als je wat anders gaat proberen, doe dat dan niet met te grote stappen en pas op als je van ‘dun’ naar ‘dikker’ gaat. Hoe dikker de snaar, des te groter de trekkracht en daar zijn de wat kleinere modellen op de lange duur niet altijd tegen bestand. Kies je voor dunner dan kan het zijn dat snaren wat gaat rammelen. Dat is allemaal op te lossen: bij een setup kunnen we de gitaar meestal eenvoudig aanpassen aan de gewenste snaardikte.

Speel je vaak in een andere stemming? Daar heeft Lowden zelfs speciale DADGAD snaren voor gemaakt. 

Welk gereedschap heb ik nodig als ik snaren ga vervangen. ?

Het kan zonder gereedschap, maar een neksteun komt vaak goed van pas, een tang is handig om de overgebleven uiteinden te knippen en een ‘stringwinder’ zorgt ervoor dat je een stuk sneller klaar bent. D’Addario heeft beide gereedschappen in één apparaatje samengebracht. Handig. Wij zijn ook erg te spreken over de stringwinder van Nomad. Die heeft geen ingebouwd tangetje, maar het is er wel eentje die ook op twaalfsnarige gitaren en mandolines past. Een stemapparaatje komt ook goed van pas en daar heb je ook na het vervangen van de snaren nog wat aan.

Waar knip ik een snaar af?

Niet te kort, want dat heeft je snaar te weinig ‘grip’, en niet te lang, want dan draai je jezelf een ongeluk. Algemene tip: zet de snaar vast bij de brug, trek het uiteinde door het stemmechaniek, totdat de snaar strak staat. Pak de snaar bij de topkam tussen duim en wijsvinger en trek deze ruim 1,5 fret terug. Buig daarna de snaar bij de stemmechanieken om en draaien maar! De snaar zal dan ongeveer drie slagen om het stemmechaniek maken.

Help! Ik krijg mijn bridge pins er niet uit? 

In de eerste video van D’Addario zie je een belangrijke tip: duw het uiteinde van de snaar, nadat je die hebt losgedraaid, een stukje terug in de klankkast. Zo haal je wat druk van de brugpennen af en komen die makkelijker los. Lukt dat niet? Je kunt ze met een tang voorzichtig omhoog wippen, maar doet dat voorzichtig en ga niet hard zitten wrikken.  Heb je nog zo’n eenvoudige stringwinder liggen? In de zijkant daarvan zit soms een handige inkeping, die kan je ook gebruiken. Daarnaast verkoopt D'Addario ook hen eigen pro-winder: D'addario Guitar Pro -Winder.